VMware: the time to lift and shift is now.
Het was blijkbaar in 2003 toen ik voor de eerste keer mocht spelen met VMware esxi, versie 3.0 was dat toen. Ik herinner me de verwonderde blikken nog toen een poos later een demo met vMotion gegeven werd: een werkende server verplaatsen naar andere hardware zonder dat een onderbreking zichtbaar was. Voor wie jaren had gewerkt met fysieke servers en de bijhorende problemen leek het tovenarij.
De revolutie zette zich snel door en vSphere werd snel de de facto standaard binnen bedrijven als onderliggend virtualisatieplatform voor de eigen servers of het datacenter.
Gestuwd door het enthousiasme haalde ik een een aantal VMware certificaties en werd uiteindelijk ook certified trainer. Wat een tijd!
Nostalgisch? Herleef gerust de gloriedagen van de virtualisatie met onderstaande doorloop van de toenmalige installatie van ESXi 3.0. Een trip down memory lane voor nerds die er net als ik toen al bij waren!
Maar niks is voor eeuwig en in IT-termen is twintig jaar uiteraard een eeuwigheid. VMware werd de speelbal van Big Tech er kwam na verschillende transacties onder de vleugels van respectievelijk EMC, Dell en uiteindelijk Broadcom.
Die laatste partij maakt het nu wel echt bont, en jaagt al maandenlang de zorgvuldig opgebouwde en erg trouwe klantenbasis in de gordijnen.
Zeker in ons kleine landje, waar er vooral heel veel KMO’s actief zijn is de impact groot. Kleinere bedrijven zonder onderhandelingsmacht worden geconfronteerd met prijsverhogingen tot x10. Wat vroeger duur was, wordt plots onbetaalbaar.
Hoog tijd dus om de zoektocht naar alternatieven aan te vatten, en gelukkig zijn die er ook intussen. Open source tools zoal ProxMox bevatten tegenwoordig ongeveer alle features die je nodig hebt om vSphere te vervangen in een klein of medium datacenter. Het belangrijkste nadeel is dat support van die alternatieven een stuk lastiger verkrijgen is, en dat is in een kritiek stuk van de onderneming natuurlijk cruciaal.
Daarom kan ook overwogen worden om een deel van de servers naar de publieke cloud te verhuizen. Zo creëer je een hybride situatie, waarbij de servers die echt cruciaal zijn gemigreerd worden naar de publieke cloud, en andere servers op eigen hardware blijven draaien. De investingen in het fysieke serverpark kunnen daardoor nog enkele jaren langer renderen.
Het is dan ook geen toeval dat de grote cloudspelers volop inzetten op het aantrekken van misnoegde VMware-klanten. Vanuit het perspectief van de eindgebruiker betekent dat dat er zaakjes te doen zijn.
Dat kan op grofweg op twee manieren.
Methode 1: VMware VCF in de public cloud
Bij deze methode bouw je een vSphere cluster op in de cloud. Dat doe je met machine-types die daarvoor ontworpen zijn én die alle nodige licenties (NSX, vCenter, vSAN) reeds bevatten. De complexe licentiepuzzel wordt zo plots wel erg eenvoudig: je houdt enkel nog een all-in huurprijs per server over. Je hoeft zelf ook eigenlijk niks op te zetten, je cloudprovider voorziet een werkende cluster.
Het goeie nieuws is dat daarvoor zowel bij Azure als bij Google Cloud momenteel stevige promoties lopen:
- bij Azure: 20 procent extra korting bij jaarcontracten die voor eind 2024 afgesloten worden
- bij Google Cloud lopen de kortingen op tot 40 procent voor het eerste jaar. Een gratis proof of concept behoort zelfs tot de mogelijkheden
Ook bij AWS is er overigens de mogelijkheid om de VMware-stack te gebruiken, al moeten de licenties daarvoor wel bij Broadcom zelf aangekocht worden.
Met deze oplossing hoef je geen enkel compromis te maken, je hebt de luxe van je eigen datacenter gecombineerd met de kracht van de cloud. De kostprijs (voor incentives en kortingen) ligt daarom ook buiten het bereik van veel kleinere bedrijven. Reken op ongeveer 13k/maand voor een (minimum-)setup met drie fysieke servers, zo'n 220 cores, 2000 GB RAM en ongeveer 60TB raw storage. Die kostprijs varieert uiteraard van provider tot provider, maar daarmee ken je wel de grootteorde.
Methode 2: VMware Workloads migreren naar de cloud.
Deze oplossing is een stuk meer op maat van kleinere bedrijven. Je verbindt hierbij je eigen datacenter met de cloud (bijvoorbeeld via VPN), en je gaat dan machine per machine verplaatsen.
Dat gaat verbazend makkelijk: er zijn migratietools die exact hiervoor ontworpen werden. Je hoeft je bestaande workloads in veel gevallen amper of zelfs niet aan te passen.
Uiteraard zijn er ook uitdagingen: extreem grote volumes zijn bijvoorbeeld lastig over te zetten.
Het grote voordeel hierbij is dat je na de migratie niet langer licenties nodig hebt voor virtualisatie en je enkel nog betaalt voor de resources die je effectief nodig hebt. Daardoor is dit ongetwijfeld het meest aanlokkelijke scenario voor bedrijven die op zoek zijn naar een kostenefficiënte oefening. Vaak zal het resultaat goedkoper zijn dan de totaalprijs van een datacenter in eigen beheer.
Welke methode past best bij jouw situatie?
Welke methode voor jou ideaal is, is sterk afhankelijk van het profiel van de workloads. Als een multicloud-oplossing nodig is om het vendor-onafhankelijk equivalent te bouwen van meerdere datacenters, dan is VMware op de publieke cloud eigenlijk de enige zinnige optie. Het nadeel is uiteraard wel het prijskaartje. Hoewel het een stuk goedkoper zal zijn om de licenties te verkrijgen via de public cloud dan als je ze zelf aankoopt, zal het kostenplaatje toch oplopen.
Je zal bijvoorbeeld minimaal 3 instanties moeten afnemen in de cloud om redundantie te waarborgen, ook al heb je dat strikt gezien niet nodig voor je workloads.
Bijkomend voordeel van de eerste methode is dat de interne teams niet opnieuw moeten getraind worden, zij kunnen blijven werken met hun vertrouwde tools.
De tweede methode is veel meer op maat van de KMO: je kan op eigen tempo migreren, en de licentiekost van VMware kan gewoon wegvallen.
Conclusie
Wat wel zeker is: je start het denken over de VMware-migratie beter vandaag dan morgen, want voor je het weet zijn je licenties aan vernieuwing toe..
Een migratieproces moet vaak in veel stappen gebeuren om de continuïteit te waarborgen, dus het is zaak om tijdig dat proces op te starten.
Benieuwd naar het kostenplaatje of implementatiedetails? Aarzel niet om ons te contacteren. Bovenop de kortingen die publiek aangeboden worden zijn er mogelijks nog incentives waarvoor je in aanmerking komt.